De naamloze slachtoffers in Bierbeek

Tijdens onze interviews met de laatste getuigen van WO II deed onze werkgroep een bizarre ontdekking: in de Bierbeekse instellingen was er een veel grotere oversterfte dan elders. Een vergeten geschiedenis van honderden psychisch en fysisch kwetsbare slachtoffers.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de levensomstandigheden in België en Bierbeek erg precair. Bij de intocht van de Duitse troepen vielen relatief weinig slachtoffers, er waren geen razzia's of wraakoefeningen zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog en onze dorpen waren nooit het doelwit van bombardementen. Toch heerste ook hier schaarste aan zowat alles, van levensmiddelen tot medicamenten, van steenkool tot voeder voor de dieren. Uit de interviews die de Werkgroep Oorlog & Vrede optekende, vertelden verschillende mensen die de Tweede Wereldoorlog als kind of jongeren meemaakten, dat 'men de buikriem moest aanhalen' maar desondanks alles toch kon overleven. Toch kwamen we tot een bizarre vaststelling toen we de overlijdensregisters van de gemeenten raadpleegden.

Nader onderzoek overlijdensregisters

De vier afzonderlijk gemeenten die nu Bierbeek vormen hadden van vroeger reeds een verschillende populatie: Bierbeek was een zeer uitgestrekte gemeente met een inwoneraantal van ongeveer 2.300 zielen (in 1940). Korbeek-Lo had reeds van vroeger een sterk groeiende bevolking en telde ongeveer 2.500 inwoners. Lovenjoel en Opvelp hadden een kleinere populatie: Lovenjoel 1.400 inwoners en Opvelp 900, en het bevolkingstotaal was daar al jaren dalende.

Opvallend is vooral dat de mortaliteit in Bierbeek en Lovenjoel gevoelig hoger lag dan in de naburige gemeenten.

  • In Bierbeek bedroeg deze 104 (in 1939); 99 (1940); 218 (1941); 198 (1942); 116 (1943); 119 (1944) en 119 (1945), waarna de sterfte daalde tot 79 (1946) en 95 (1947).
  • Korbeek-Lo strekte zich vroeger uit tot Leuven en had meer inwoners dan Bierbeek. Hier is de vergelijking zeer frappant: hier noteerde men slechts 15 doden (in 1939); 13 (1940); 12 (1941); 17 (1942); 25 (1943); 18 (1944) en 23 (1945). Dit is dus 5 tot 10 x minder overlijdens...Ter vergelijking: in 1946 bedraagt de mortaliteit 21 en het jaar daarop 24 zielen.
  • Voor Lovenjoel opnieuw zeer afwijkende getallen: 66 (in 1939); 93 (1940); 127 (1941); 133 (1942); 55 (1943); 131 (1944) en 102 (1945), waarna ook daar de sterfte daalde tot 78 (1946) en 81 (1947).
  • Voor de volledigheid onze kleinste (qua bevolking) deelgemeente Opvelp: daar telde men 15 overlijdens in 1939; 13 (1940); 9 (1941); 8 (1942); 10 (1943); 13 (1944); 10 (1945); 13 (1946) en 8 (1947).

Meer overlijdens door klinieken

De markant hogere sterftecijfers in Bierbeek en Lovenjoel hebben ongetwijfeld te maken met de aanwezigheid van twee grote instellingen: in 1927 werd het Universitair Psychiatrisch Ziekenhuis Salve Mater voor geesteszieke vrouwen opgericht in het Groot Park van Lovenjoel.

En in 1932 bouwden de Broeders van Liefde op de Krijkelberg (op de grens met Korbeek-Lo) het Sint-Kamillusinstituut voor geesteszieke mannen.

Vandaar dat het ons interessant leek om een opsplitsing te maken tussen het aantal overlijdens binnen de instellingen en daarbuiten. Het wordt meteen duidelijk dat er een zeer duidelijke oversterfte is in onze instellingen.

Voor Bierbeek maken we de volgende opsplitsing:

  • Totaal aantal overlijdens in 1940: 99, waarvan in Sint-Kamillus 70
  • In 1941: 218 overlijdens, waarvan 180 in Sint-Kamillus
  • In 1942: 198 overlijdens, waarvan 170 in Sint-Kamillus
  • In 1943: 116 overlijdens, waarvan 89 in Sint-Kamillus
  • In 1944: 119 overlijdens, waarvan 91 in Sint-Kamillus
  • In 1945: 119 overlijdens, waarvan 91 in Sint-Kamillus

In Lovenjoel een zelfde beeld (behalve voor 1943 en 1944):

  • In 1940: 93 overlijdens, waarvan 70 in Salve Mater
  • In 1941: 127 overlijdens, waarvan 112 in Salve Mater.
  • In 1942: 133 overlijdens, waarvan 118 in Salve Mater
  • In 1943: 55 overlijdens, waarvan 43 in Salve Mater
  • In 1944: 131 overlijdens, waarvan 114 in Salve Mater
  • In 1945: 102 overlijdens, waarvan 87 in Salve Mater.

Mogelijke oorzaken: ontbering, onzekerheid, strenge winters

Een oorlogssituatie, dagelijkse ontberingen, gebrek aan noodzakelijke voedingsstoffen, … ook voor de 'gezonde' bewoners van onze streek was dit al moeilijk om te dragen. Voor zieke mensen, a fortiori psychisch zieken beperkt in hun autonomie, vaak ook oudere vrouwen en mannen, was die ontbering nog veel zwaarder. Dit blijkt uit tal van getuigenissen, zoals de oorlogsdagboeken van de Zusters van Liefde, zoals gepubliceerd in een artikel van heemkundige Jos Dewinter3, lid van onze werkgroep. Ondanks de ongetwijfeld goede zorgen die de zieken ontvingen van de broeders, zusters en vrijwillige lekenhelpers, overleefde een aantal patiënten de oorlogsomstandigheden niet. Daarenboven leidt een oorlogssituatie ongetwijfeld tot een verhoging van het psychisch lijden: groeiende onzekerheid, geen of slecht nieuws, weinig bezoek door vaak veraf wonende familie, de passerende troepen of overvliegende vliegtuigen,... Ook de ontploffing van een munitietrein in de nacht van 1 op 2 september 1944 ging niet onopgemerkt voorbij: er was grote schade in Sint-Kamillus en er sneuvelden ook ruiten in Salve Mater.

Daarenboven zaten ook de klimatologische omstandigheden tegen - en dat blijkt ook uit de grootste mortaliteit in Bierbeek en Lovenjoel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden twee van de strengste winters van de 20ste eeuw plaats. Vooral de winter van 1941–42 was bijzonder streng. Het vroor regelmatig tot – 20°C en in februari 1942 vroor het elke dag van de maand. Ook de winter van 1944-452 was bijzonder streng, in januari 1945 telde men maar liefst 30 vorstdagen. Tot slot was er in de zomer van 1941 ook een hittegolf, met temperaturen van boven 35°C. Ook toen vielen er verdacht veel doden in de instellingen.

Oorlogsdagboeken zusters Salve Mater

Uit de oorlogsdagboeken halen we nog enkele interessante weetjes. In de meidagen van 1940 werd ter hoogte van Salve Mater een trein met Belgische vluchtelingen gebombardeerd: de gewonden werden opgevangen in de infirmerie van Salve Mater en er stierven toen 3 jongemannen en een oud-strijder uit de omgeving van Luik (lees ook ons dossier 'oorlogsslachtoffers'). Salve Mater werd ook kortstondig opgeëist door het Duitse leger, maar dit was slechts voor korte duur en de evacuatie betrof slechts een of twee paviljoenen.

1944 was voor Salve Mater een zeer bewogen jaar: in mei 1944 (voorbereiding van landing in Normandië) werden een aantal ziekenhuizen in Leuven naar Lovenjoel (en Bierbeek) geëvacueerd n.a.v. de aanhoudende geallieerde bombardementen. De instroom van meestal zwaargewonde burgerslachtoffers kan verklaren dat er meer overlijdens waren.

Daarenboven werd de instelling op 27 augustus 1944 volledig geëvacueerd door de bezetter om er Duitse soldaten te verplegen. De bevrijding kwam echter zeer snel opzetten, zodat alle Duitsers al op 3 september 1944 opnieuw vertrokken4.

Vanaf 15 september 1944 ging het psychiatrisch ziekenhuis opnieuw open. Op zich is het voortdurend verhuizen van patiënten natuurlijk zeer nefast voor hun gezondheid en hun gemoedstoestand. Daarenboven werden in Lovenjoel ook patiënten opgevangen uit de instelling van Saint-Servais (bij Namen) en (vanaf 23 oktober) 300 geesteszieken uit het Nederlandse Venray5. Zij zouden er verblijven tot 12 oktober 1945. Dit merken we dan ook in de overlijdensregisters: er stierven niet minder dan 15 Nederlandse onderdanen in 1944 en 35 in 1945 (in Sint-Kamillus stierven resp. 4 en 9 Nederlandse mannen).

Aktion T 4

Ten slotte nog een historische noot: uit de getuigenissen van de Zusters blijkt dat de Duitse militairen de ziekenhuizen voor 1944 met rust lieten. Wanneer de Duitsers in de zomer van 1944 de kliniek van Salve Mater 'opeisen' voor hun gewonden, blijkt het enige argument dat enige indruk maakte op de Duitse bevelhebber de link van de kliniek met de 'gerenommeerde' universiteit van Leuven6..

Enige mededogen met de toestand van de geesteszieke patiënten was zo goed als afwezig, en dat hoeft niet te verwonderen. Volgens de nazi-ideologie werden gehandicapte en psychisch zieke mensen gerangschikt als een nog lagere mensensoort dan 'Untermenschen'. Er moest - getuige de affiche hiernaast - geen geld meer worden 'verspild' aan deze 'Erbkranke'...

De 'vernietiging' van deze kwetsbare mensen begon al lang voor er sprake was van de Endlösung van de Joden. Onder de naam 'Aktion T4' voerden de nazi's al voor de oorlog een stringent beleid van eugenetische euthanasie en gedwongen sterilisatie van gehandicapte en psychisch zieke mensen. Deze campagne stond onder leiding van SS-reichsleiter Philipp Bouhler en van de persoonlijke lijfarts van Adolf Hitler, dr. Karl Brandt7 en de meest beruchte 'wetenschapper' van zijn groep was Josef Mengele, de slachter van Auschwitz. Van 1939 tot 1945 vielen bij Aktion T4 meer dan 200.000 slachtoffers. Dit alles lokte felle protesten uit van de Christelijke kerken van Duitsland en van tal van gedragswetenschappers.

Vergeten slachtoffers

Oorlog wordt al te vaak verengd tot een opeenvolging van heldhaftige veldslagen en geopolitieke conflicten. Onze werkgroep heeft in het verleden steeds aandacht gevraagd voor de ellende en het leed die een oorlog veroorzaakt bij de gewone mensen. Voor deze specifieke groep van psychisch zieke en kwetsbare mensen wogen de ontberingen en de onzekerheid tijdens een oorlog nog zwaarder door dan voor anderen. Zij werden – als groep – ook nooit erkend als oorlogsslachtoffers. Laten we er samen over waken dat deze slachtoffers nooit vergeten worden.

2In bezet Nederland werd deze winter de 'Hongerwinter' genoemd. Meer hierover in tal van boeken en romans.

3Dewinter, J., De tweede wereldoorlog in het Universitair Psychiatrisch Centrum Salve Mater Lovenjoel, in Oost-Brabent, heemkundig tijdschrift voor het Hageland en omgeving, jaargang 48, nr. 1.

4We vonden hiervan geen overlijdensgegevens in het gemeentelijk overlijdensregister.

5België was eind september 1944 bijna volledig bevrijd maar Nederland nog niet. Op 26 september 1944 mislukte de operatie 'Market Garden' catastrofaal. In het Limburgse Venray werd tussen 30 september en 18 oktober 1944 een zware tankslag uitgevochten met duizenden doden tot gevolg. Het groot psychiatrisch ziekenhuis van Venray moest ontruimd worden en de patiënten werden naar Belgische ziekenhuizen overgebracht.

6Dewinter, J., De tweede wereldoorlog in het Universitair Psychiatrisch Centrum Salve Mater Lovenjoel, in Oost-Brabent, heemkundig tijdschrift voor het Hageland en omgeving, jaargang 48, nr. 1.

7Dr. Karl Brandt (1904-1948) werd wegens Aktion T4 door het oorlogstribunaal van Nürnberg ter dood veroordeeld en in 1948 in Landsberg-an-Lech opgehangen. Ook Dr. Josef Mengele (1911-1979) werd bij verstek ter dood veroordeeld omwille zijn rol in Aktion T4 en als kamparts in Auschwitz. Hij slaagde erin om uit een Amerikaans krijgsgevangenkamp te ontsnappen en de wijk te nemen naar Zuid-Amerika, waar hij waarschijnlijk in 1979 in Brazilië overleed aan een beroerte.

Meer lezen
  • Speelmans, G., Devroye, G., Een baken in het zorglandschap: 75 jaar Sint-Kamillus Bierbeek, eigen uitgave 2008.
  • Dewinter, J., De tweede wereldoorlog in het Universitair Psychiatrisch Centrum Salve Mater in Lovenjoel, in tijdschrift Oost-Brabant, jaargang 48, nr. 1, uitgave 2011.
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Aktion_T4

(C) affiche Deutsches Historische Museum

Tekst: Liebrecht Salen voor de werkgroep Oorlog&Vrede